Rechtbank Den Haag beveelt Shell haar strategie in overeenstemming te brengen met internationale klimaatdoelstellingen

Juni 2021

Achtergrond

In 2019 hebben verschillende ngo's waaronder Milieudefensie (ook wel "Friends of the Earth" genoemd) en 17.000 individuele eisers gezamenlijk een gerechtelijke procedure aangespannen bij de rechtbank Den Haag tegen de in Nederland gevestigde moedermaatschappij van oliegrootmacht Shell, Royal Dutch Shell ("RDS"). De eisers voerden aan dat RDS binnen de Shell-groep de partij is die uiteindelijk verantwoordelijk is voor het klimaatbeleid van de groep. Zij stelden RDS aansprakelijk voor schending van haar verplichting om ervoor te zorgen dat de CO2-uitstoot, die aan de Shell-groep als geheel kan worden toegerekend, tijdig zal verminderen in overeenstemming met de internationale normen. Dit omvat een vermindering van de scope 1, 2 en 3 emissies zoals toegepast door het World Resources Institute Greenhouse Gas Protocol, d.w.z. de eigen directe emissies (scope 1), de emissies van de leveranciers (scope 2), en alle andere indirecte emissies die zich voordoen in de waardeketen van een bedrijf, met inbegrip van emissies van klanten (scope 3).[1]

In de gerechtelijke procedure benadrukte RDS dat zij de noodzaak onderschrijft om de klimaatverandering aan te pakken door de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken en de wereldwijde CO2-uitstoot te verminderen. Het behalen van deze doelstellingen achtte zij echter een gezamenlijke inspanning van de samenleving als geheel. Volgens RDS waren de wetgever en de politiek aan zet om voor een oplossing te zorgen. RDS wees aansprakelijkheid daarom af.

Beslissing van de arrondissementsrechtbank te Den Haag

In haar uitgebreide vonnis van 26 mei 2021[2] concludeert de rechtbank Den Haag dat RDS op dit moment niet onrechtmatig handelt, maar dat zij verplicht is om de CO2-uitstoot van de activiteiten van de Shell-groep via het bedrijfsbeleid van de Shell-groep voor eind 2030 netto met 45% te verminderen ten opzichte van 2019. Deze reductieverplichting heeft betrekking op de gehele energieportefeuille van de Shell-groep en op het geaggregeerde volume van alle emissies (scope 1 tot en met 3). Het is aan RDS om deze reductieverplichting uit te voeren, rekening houdend met haar huidige verplichtingen en andere relevante omstandigheden. De reductieverplichting is een resultaatsverplichting voor de activiteiten van de Shell-groep, ten aanzien waarvan van RDS mag worden verwacht dat zij ervoor zorgt dat de CO2-emissies van de Shell-groep tot dit niveau worden teruggebracht. Het is echter een zwaarwegende inspanningsverplichting ten aanzien van de zakelijke relaties van de Shell-groep, waaronder - opmerkelijk genoeg - de eindgebruikers. In het kader van deze laatste verplichting mag van RDS worden verwacht dat zij de nodige stappen onderneemt om de ernstige risico's die voortvloeien uit de CO2-emissies van de zakelijke relaties weg te nemen of te voorkomen, en dat zij haar invloed aanwendt om eventuele blijvende gevolgen zoveel mogelijk te beperken.

Juridisch gezien is de beslissing gebaseerd op een schending van de algemene bepaling inzake onrechtmatige daad van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek.[3] De norm wordt door de rechter uitgelegd aan de hand van alle relevante feiten en omstandigheden. Hieronder valt naar het oordeel van de rechtbank de best beschikbare wetenschap over gevaarlijke klimaatverandering en de wijze waarop deze kan worden beheerst, met inbegrip van de meest recente rapporten over klimaatverandering, onder meer die welke zijn gepubliceerd door het Intergovernmental Panel on Climate Change ("IPCC") van de VN. Ook heeft de rechtbank, in overeenstemming met wijdverbreide internationale consensus, aanvaard dat mensenrechten bescherming bieden tegen de gevolgen van gevaarlijke klimaatverandering en dat (particuliere) ondernemingen de mensenrechten moeten eerbiedigen.

Deze uitspraak is in overeenstemming met de internationaal breed gedragen consensus dat elk bedrijf zelfstandig moet werken aan de doelstelling van een netto-uitstoot van nul in 2050.[4] Doen bedrijven dat niet, dan is het algemeen aanvaard dat het risico op klimaatverandering groot zal zijn, met een aanzienlijke kans op schade en ernstige risico's voor de mensenrechten. Volgens de rechtbank Den Haag is RDS, als beleidsbepalend hoofd van het Shell-concern, verplicht dit doel van emissiereductie na te streven, omdat zij een beslissende invloed heeft op (het beleid van) het Shell-concern en het Shell-concern, ook wereldwijd, een aanzienlijke CO2-voetafdruk heeft (zelfs hoger dan veel landen, zo overweegt de rechtbank). Met andere woorden, volgens de rechtbank brengt de vooraanstaande positie van Shell bijzondere verplichtingen met zich. Het feit dat Shell slechts een bescheiden positie inneemt op de wereldmarkten en dat concurrenten niet gebonden zijn aan het oordeel van de rechtbank, was volgens de rechtbank onvoldoende voor Shell om niet meer te doen dan zij thans doet. Shell moet verantwoordelijkheid nemen voor haar aandeel in de emissies, in de ruimste zin van het woord.

Opmerkingen

Het vonnis is om verschillende redenen baanbrekend. De afgelopen jaren zijn in verschillende rechtsgebieden met succes rechtszaken aangespannen tegen overheidsinstanties.[5] Het is echter ongekend dat belangengroepen met succes een internationaal opererende particuliere onderneming van deze omvang hebben kunnen aanklagen wegens wat zij beschouwen als een nalatig beleid met betrekking tot het voorkomen van klimaatverandering.

Er zij evenwel op gewezen dat Shell van de rechtbank slechts een doelstelling heeft gekregen voor de toekomst. Het is nog onduidelijk of, en zo ja hoe, Shell deze doelstelling zal implementeren. In haar reactie op de uitspraak, gepubliceerd op haar website, schrijft Shell dat zij "flinke stappen [blijft] zetten om onze transitie naar een bedrijf met netto nul uitstoot te versnellen".[6] Het vonnis zal waarschijnlijk gevolgen hebben voor de dochterondernemingen van Shell, die in meer dan 70 landen gevestigd zijn. Volgens de uitspraak zullen zij meer moeten doen om hun uitstoot te verminderen. Ook is het waarschijnlijk dat de talloze klanten en leveranciers van Shell de gevolgen zullen voelen, aangezien meer dan 85% van de totale uitstoot van Shell scope 3 emissies zijn.[7] Overigens heeft Shell al aangegeven dat het verwacht in beroep te gaan.[8] Ongeacht of Shell wel of niet in hoger beroep gaat en of het vonnis dan in stand blijft, het zal wel van belang zijn. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, terwijl een definitieve uitspraak van het gerechtshof en eventueel de Hoge Raad waarschijnlijk niet op korte termijn beschikbaar zal zijn.

De uitspraak geeft een duidelijk signaal dat vervuilende bedrijven een eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van het klimaat en het publiek, die zij zullen moeten nemen en waarnaar zij zullen moeten handelen. Om te beginnen en niet verrassend, heeft dit betrekking op de emissies tijdens het productieproces. Bovendien strekt de verantwoordelijkheid van vervuilende bedrijven zich daarbuiten uit tot de producten en de emissies die door diezelfde producten worden veroorzaakt. Bedrijven als Shell kunnen zich niet langer aan hun verantwoordelijkheden onttrekken en zich verschuilen achter het ontbreken van expliciete geschreven wetten.

Verwacht wordt dat het effect van de uitspraak niet beperkt zal blijven tot de Shell-groep. Het valt niet uit te sluiten dat andere vervuilende bedrijven het vonnis als een extra stimulans zullen zien om vrijwillig hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Ook omdat het te verwachten is dat belangenorganisaties zullen proberen om meer bedrijven met een hoge uitstoot door middel van juridische procedures te dwingen hun beleid te wijzigen, en niet alleen in Nederland. In de media is al aangekondigd dat een rechtszaak tegen de Franse oliemaatschappij Total in voorbereiding is.[9] Bovendien lijkt de redenering die tot het vonnis heeft geleid, niet beperkt te blijven tot grote oliemaatschappijen. Zij lijkt breder toepasbaar.

In de Nederlandse vervoersector (exclusief internationale lucht- en zeevracht) is het niveau van de totale emissies de afgelopen jaren niet veel gedaald. Een vergelijking van de emissies van 2019 met die van 2010 laat slechts een reductie zien van 3%, terwijl het totale reductiepercentage in Nederland 11% bedroeg. Het is daarom niet ondenkbaar dat belangengroepen op een gegeven moment ook tegen grote spelers in de transportsector soortgelijke acties zullen ondernemen.[10] Een woordvoerder van Milieudefensie heeft al verklaard dat de maritieme sector zeker een van hun volgende doelwitten zal zijn voor soortgelijke acties. [11]

Bovendien mag verdere vernieuwing van de wetgeving worden verwacht. Een van de argumenten van Shell waarom de vordering volgens haar niet kon slagen, was dat er bij gebrek aan duidelijke wetgeving geen - afdwingbare - verplichtingen aan particuliere ondernemingen kunnen worden opgelegd. Dit argument en deze beslissing zouden wel eens een verdere stimulans kunnen zijn voor wetgevers op nationaal en internationaal niveau om de bestaande regelgeving uit te breiden. De EU heeft al aangekondigd dat in juli 2021 verdere milieuregels zullen worden gepubliceerd. [12]

Zie ook de column van Alicia Zwanikken in Nieuwsblad Transport.

 * * *

[1] De indeling in emissies van de categorieën 1, 2 en 3 wordt toegepast door het World Resources Institute Greenhouse Gas Protocol. Zie ook: https://www.ghgprotocol.org/sites/default/files/ghgp/standards_supporting/Diagram%20of%20scopes%20and%20emissions%20across%20the%20value%20chain.pdf
[2] De uitspraak is ook in de Engelse taal gepubliceerd; Rechtbank Den Haag 26 mei 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5337, https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:5339&showbutton=true&keyword=shell
[3] De rechtbank past Nederlands recht toe op grond van art. 7 Rome II-Verordening inzake het recht dat van toepassing is op niet-contractuele vorderingen. Volgens de rechtbank moet de aanvaarding door RDS van het ondernemingsbeleid van het Shell-concern worden aangemerkt als een zelfstandige oorzaak van de schade, die kan bijdragen tot milieuschade en dreigende milieuschade ten aanzien van Nederlandse ingezetenen en de bewoners van het Waddengebied (r.o. 4.3.6).
Art. 6:162 Burgerlijk Wetboek bepaalt: "(1) Degene die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt die hem kan worden toegerekend, is verplicht de daaruit voor de ander voortvloeiende schade te vergoeden. (2) Als onrechtmatige daad wordt, behoudens rechtvaardigingsgrond, aangemerkt: de schending van een recht en een handelen of nalaten in strijd met een bij de wet of een ongeschreven regel van goed zedelijk gedrag opgelegde verplichting. (3) Een onrechtmatige daad is toerekenbaar aan de veroorzaker van de onrechtmatige daad indien zij te wijten is aan diens schuld of aan een oorzaak waarvoor hij krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen aansprakelijk is."
[4] Het (klimaat)akkoord van Parijs onder 117, 133 en 134 cf. het bondgenootschap tegen klimaatverandering dat tijdens de 25e Conferentie van de partijen in 2019 in Madrid is opgericht.
[5] Zie onder meer de uitspraak van de Nederlandse Hoge Raad in de zaak "Urgenda" (20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006) en het "Klimaurteil" van het Duitse Constitutionele Hof (24 maart 2021).
[6] https://www.shell.nl/media/persberichten/media-releases-2021/reactie-shell-op-uitspraak-klimaatzaak.html#english
[7] Vonnis Rechtbank Den Haag, para. 4.4.29; https://www.shell.nl/media/persberichten/media-releases-2021/reactie-shell-op-uitspraak-klimaatzaak/_jcr_content/par/textimage_1644315100.stream/1622813425539/1d68d004623aeb05f8a627730bc6089f09fb6025/faq-dutch-district-court-legal-case.pdf, p. 3.
[8] https://www.shell.nl/media/persberichten/media-releases-2021/reactie-shell-op-uitspraak-klimaatzaak/_jcr_content/par/textimage_1644315100.stream/1622813425539/1d68d004623aeb05f8a627730bc6089f09fb6025/faq-dutch-district-court-legal-case.pdf , p. 4
[9] https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2382539-na-klimaatzaak-shell-volgt-nu-zaak-tegen-franse-total
[10] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/na-het-shell-vonnis-kan-elke-grote-vervuiler-aangepakt-worden-denkt-deze-jurist~b758243c/?referrer=https%3A%2F%2F; https://splash247.com/shell-ruling-should-send-shudders-throughout-shipping/
[11] https://www.nt.nl/scheepvaart/2021/06/02/scheepvaart-kan-borst-natmaken-na-shell-vonnis/
[12] https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2021/05/05/european-climate-law-council-and-parliament-reach-provisional-agreement/ De plannen zullen waarschijnlijk een reductiedoelstelling van 55% voor 2030 ten opzichte van 1990 bevatten.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden