Toezichtbevoegdheden onder de loep

In twee recente conclusies van het parket bij de Hoge Raad komt de interpretatie van de toezichtbevoegdheden met betrekking tot vervoersmiddelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan bod.

In een eerste zaak draaide het om de vraag of het optillen van een bodemplaat in een kofferbak door opsporingsambtenaren valt onder de bevoegdheid tot ‘onderzoek’ zoals bedoeld in artikel 23 van de Wet op de Economische Delicten (WED). De advocaat-generaal (AG) concludeerde dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze bevoegdheden gelijk zijn aan de bevoegdheden uit artikelen 5:18en 5:19 Awb en dat hieruit volgt dat de Awb en de WED de bevoegdheid geven tot het doen van ‘onderzoek’, maar dat het niet mag uitmonden in een ‘volledige doorzoeking’. Het optillen van een bodemplaat in een kofferbak valt volgens de AG wel binnen de grenzen van ‘onderzoek doen’.

In zaak nummer twee opende de politie dozen met (naar bleek) ruim 1,5 miljoen onveraccijnsde sigaretten in een bakwagen. De politie verklaarde bevoegd te zijn dit onderzoek uit te voeren op grond van artikel 5:19 Awb. De AG concludeerde dat de politie inderdaad de dozen mocht openen en onderzoeken áls de politie dat zou doen ter uitvoering van een aan de politie toebedeeldetoezichthoudende taak.

De AG concludeerde echter ook dat toezicht houden op naleving van accijnswetgeving geen taak is van de politie en dat het bewijs daarom onrechtmatig is verkregen. Nu is het nog afwachten of de Hoge Raad de conclusies van de twee AG’s gaat volgen. Maar als dat zo is, wat betekent dat dan voor de transportsector?

Toezicht ≠ opsporing: Artikel 5:18 en 5:19 Awb geven toezichthouders bevoegdheden om vervoermiddelen en lading te ‘onderzoeken’, maar niet om te ‘doorzoeken’. ‘Onderzoeken’ kan wel meer zijn dan alleen ‘zoekend rondkijken’. Het onderzoeken van vervoermiddelen (5:19 Awb) kan een toezichthouder alleen als hij daarvoor een ‘toezichthoudende taak’ heeft gekregen. In dit geval had de politie volgens de AG geen toezichthoudende taak inzake accijnzen.

De AG concludeerde dat de politie niet op basis van artikel 5:19 Awb bevoegd was de duwbak hierop te onderzoeken. Bewijsuitsluiting bij onrechtmatig verkregen bewijs? De AG benadrukt dat onrechtmatig verkregen bewijs slechts in uitzonderlijke gevallen wordt uitgesloten.

Het zogeheten ‘zozeer indruist’-­criterium is de toetssteen: alleen als het optreden van de overheid fundamenteel in strijd is met behoorlijk bestuur, kan bewijs worden uitgesloten volgens de AG. De rode draad in beide conclusies is dat toezichtbevoegdheden niet onbegrensd zijn. Het is belangrijk dat transportbedrijven weten welke toezichthouder hen mag controleren én voor welk doel.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2025 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden