Het cognossement en het exclusieve recht op aflevering

December 2022

In de zeevaart is het gebruikelijk dat bij het vervoer van goederen de vervoerder bij ontvangst van de lading een document uitgeeft. Het gaat bijvoorbeeld om ‘vrachtbrieven’ (zeevrachtbrief, ‘Sea Waybill’). Daarnaast gaat het om cognossementen (‘Bill of Lading’, ‘B/L’). In deze bijdrage staat het cognossement centraal. In het geval een cognossement is uitgegeven, bepaalt Nederlands recht dat de vervoerder de goederen alleen mag afleveren aan de recht- en regelmatig cognossementhouder. Het komt echter regelmatig voor dat het originele cognossement zoek is geraakt. Het is dan niet mogelijk om het originele cognossement aan de vervoerder te presenteren. De vragen die dan opdoemen, zijn wat hiervan de gevolgen zijn voor het recht op aflevering en hoe dit probleem in de praktijk wordt opgelost.

Het cognossement
Een cognossement verschaft informatie over het vervoer: welke goederen worden vervoerd, aan boord van welk schip, van waar naar waar, op welke dag etc. Het bundelen van al deze basisinformatie in een cognossement is niet alleen van belang voor partijen zelf, maar ook voor derden zoals de douane en verzekeraars.

De praktijk zegt wel dat cognossementen de vervoerde goederen vertegenwoordigen. Dat wil niet zeggen dat de cognossementhouder ook altijd de eigenaar is van de goederen; dat wordt bepaald door de koopovereenkomst. Zo wordt de ontvangstexpediteur die het cognossement bij de vervoerder presenteert, geen eigenaar van die goederen. Maar met behulp van het cognossement kunnen de goederen wel verhandeld worden. Het cognossement geeft aan de cognossementhouder ‘grip op de lading’. Dat maakt het cognossement een waardepapier. Het is een document waarin een recht (het exclusieve recht op aflevering van de lading aan de houder van het cognossement) is belichaamd. Andere transportdocumenten (zoals de hiervoor genoemde zeevrachtbrief) hebben dit kenmerk niet.

Functies van het cognossement
In het cognossementsvervoer geldt dat het cognossement een drietal functies vervult: (i) ontvangstbewijs van de door de zeevervoerder ontvangen lading, (ii) bewijs van de voorwaarden van de vervoerovereenkomst zoals deze volgen uit het cognossement (de vervoersvoorwaarden staan meestal afgedrukt op de achterzijde van het cognossement) en (iii) het belichaamt het exclusieve recht op aflevering van de lading door de zeevervoerder aan de (recht- en regelmatig) cognossementhouder. Vrijwel alle maritieme landen hanteren deze uitgangspunten.

Het exclusieve recht op aflevering
De goederen moeten in de loshaven (‘port of discharge’) worden afgeleverd aan de geadresseerde. In de internationale maritieme praktijk moet het origineel van het cognossement aan de vervoerder worden overhandigd teneinde vrijstelling van de lading te krijgen.

De vraag wie de eigenaar van het cognossement en de daarin beschreven goederen is, is niet relevant voor de vraag van aflevering. In recente Nederlandse rechtspraak is benadrukt dat het cognossement naar zijn aard juist (mede) bedoeld is om de vervoerder te behoeden voor een onderzoek naar de achterliggende rechtsverhoudingen in de keten van het vervoer.[1] De vervoerder heeft slechts een rechtsverhouding met de afzender (shipper). Pas na het presenteren van het originele cognossement door de recht- en regelmatig houder, treedt de laatste toe tot deze rechtsverhouding. “Het cognossement fungeert als sleutel op het slot van de vervoerder”.

Indemnity en garantie
In de praktijk zorgt de verplichting tot afgifte van het originele cognossement in de loshaven geregeld voor problemen. Wat als het cognossement zoek is geraakt? Bijvoorbeeld omdat een koerier het is verloren.

In dat soort gevallen kan – maar daartoe bestaat geen enkele verplichting – de zeevervoerder akkoord gaan om de goederen af te leveren zonder dat het cognossement is gepresenteerd. In dergelijke gevallen vraagt de vervoerder aan de afzender schriftelijk akkoord voor aflevering aan de geadresseerde. Daarnaast moet door de geadresseerde een Letter of Indemnity en een garantie worden gesteld. De geadresseerde verzoekt de vervoerder dan om de goederen toch af te leveren. Hij verbindt zich er toe om het originele cognossement onmiddellijk aan de vervoerder te bezorgen zodra hij dit heeft ontvangen. Bovendien garandeert de geadresseerde in de Letter of Indemnity dat hij de vervoerder zal vrijwaren voor de schade die de vervoerder zou lijden doordat hij de goederen aflevert zonder presentatie van het originele cognossement.

De International Group of P&I (Protection & Indemnity) Clubs heeft onder meer voor dit soort gevallen een formulier ontwikkeld dat zeevervoerders kunnen gebruiken. Deze Letter of Indemnity met garantie wordt voor zes jaar verstrekt. Daarnaast dient een eersteklas bank zich garant te stellen en voor de financiële zekerheid het stuk te tekenen. Daarbij wordt een garantie gegeven voor 200% van de factuurwaarde van de lading.

Aansprakelijkheid vervoerder bij ‘misdelivery’
De risico’s voor het uitleveren van de vervoerde goederen zonder dat het cognossement is gepresenteerd, zijn voor de vervoerder aanzienlijk. De vervoerder is dan aansprakelijk jegens de later ‘opgedoken’ cognossementhouder vanwege ‘misdelivery’. Daarbij komt dat P&I Clubs ‘misdelivery’ niet verzekeren. Vervoerders lopen dus zelf grote risico’s (van onder meer dure procedures en het risico van schadevergoeding) bij uitlevering zonder presentatie van het cognossement.

De Rechtbank Rotterdam oordeelde zeer recent dat de mogelijke aansprakelijkheid van de vervoerder bij ‘misdelivery’ rechtvaardigt dat de vervoerder geen genoegen hoeft te nemen met een minder vergaande zekerheidsstelling dan afgifte van een Letter of Indemnity en een bankgarantie voor 150% van de factuurwaarde van de lading.[2]

Het cognossement is een belangrijk document in het zeevervoer voor zekerheid en grip op de lading. Het is dan een probleem als het cognossement niet aankomt bij de geadresseerde. Het  systeem van de Letter of Indemnity en garantie vormt een oplossing voor de vervoerder om zich te beschermen tegen aansprakelijkheid bij ‘misdelivery’ en voor de geadresseerde om de lading alsnog te ontvangen.

* * *

[1] Rechtbank Rotterdam 23 september 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:7967, r.o. 4.7.
[2] Rechtbank Rotterdam 23 september 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:7967, r.o. 4.10.

Het cognossement en het exclusieve recht op aflevering.

Tomas Uildriks


Advocaat

Onze specialismes

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden