Hennepkwekerij niet gemeld bij verzekeraar? Geen dekking!

November 2019

Hof Den Bosch heeft op 1 oktober jl. een uitspraak[1] gewezen over het verlenen van dekking bij het niet melden van het bestaan van een hennepkwekerij in een verzekerd pand. Het betreffende pand brandde uiteindelijk af door een misdrijf waarbij verzekerde om het leven kwam. De erfgenamen vorderden uitkering onder de verzekeringsovereenkomst. De rechtbank wees deze vordering toe, maar het hof oordeelde dat de verzekeraar niet verplicht was om dekking te verlenen. De verzekerde had de aanwezigheid van de hennepkwekerij namelijk niet gemeld bij de verzekeraar. Dit had naar het oordeel van het hof wel gemoeten, omdat de hennepkwekerij een bestemmingswijziging met zich meebracht. De kans op brand- en waterschade wordt door een hennepkwekerij onder meer vergoot doordat vaak illegaal elektriciteit wordt afgetapt. Het hof oordeelde verder dat het een feit van algemene bekendheid is dat het exploiteren van illegale hennepkwekerijen in de praktijk niet zelden gepaard gaat met allerlei vormen van criminaliteit, met alle risico’s van dien. Niet alleen voor een verzekerde, maar ook voor een verzekeraar. Ernstig geweld of zelfs liquidaties in verband met het oprollen of kwijtraken van een hennepkwekerij gevolgd door brandstichting om sporen uit te wissen, zijn volgens het hof geen denkbeeldige risico’s. Daarnaast gaat het hof ervan uit dat een verzekeraar geen hennepkwekerijen wil verzekeren en ook niet het morele risico dat hierbij gepaard gaat. 

Deze voor verzekeraars gunstige uitspraak gaf ons aanleiding om te onderzoeken hoe in eerdere rechtspraak werd geoordeeld over het beroep op verval van uitkering door verzekeraars vanwege het niet melden van de aanwezigheid van een hennepkwekerij in een verzekerd pand.

Wijziging van het risico en/of de bestemming

Polisvoorwaarden verplichten de verzekeringnemer vaak om risicoverzwarende omstandigheden tijdig aan de verzekeraar te melden. Een verzekeraar heeft immers groot belang bij een clausule ter zake van risicoverzwaring. De inschatting van het te verzekeren risico is namelijk bepalend voor de vraag of een verzekeraar een bepaalde verzekeringsovereenkomst wil sluiten en zo ja, onder welke voorwaarden. Indien een aanvankelijk gedekt risico wijzigt, is het voor de verzekeraar van belang dat te weten, zodat hij zich kan beraden over de voortzetting van de dekking en onder welke voorwaarden dan wel de beëindiging van de polis.[2] Hetzelfde geldt voor een wijziging van de bestemming.   

Indien een verzekeraar zich beroept op het rechtsgevolg dat de dekking van de verzekering is vervallen, omdat de bestemmingswijziging niet aan haar is gemeld, dan dient de verzekeraar feiten en omstandigheden te stellen waaruit dit volgt.[3] 

Daarbij zal de verzekeraar aannemelijk moeten maken dat indien zij op de hoogte was geweest van de bestemmingswijziging, zij als redelijk handelend verzekeraar bij tijdige melding de verzekering zou hebben beëindigd. Dit zal voor een verzekeraar niet een al te grote drempel zijn. Voor een verzekeraar is immers naast het objectieve gebruiksrisico ook het moreel risico van groot belang voor het antwoord op de vraag of een (gewijzigd) risico verzekerd moet worden of blijven.[4]

Aanwezigheid van hennepkwekerij: verzwaring van het risico en wijziging van de bestemming

Als vaststaand feit wordt aangenomen dat het telen van hennep een bestemmingswijziging oplevert van een gebouw dat volgens het polisblad dient tot particuliere bewoning.[5] Ook indien de hennepkwekerij nog niet functioneel is, kan sprake zijn van een bestemmingswijziging. Een voorbeeld hiervan is als de oude functie van de kamers in de woning is aangepast naar de komst van de hennepkwekerij door bijvoorbeeld de verwijdering van het meubilair.[6] 

Daarnaast wordt in het algemeen aangenomen dat de aanleg van een hennepkwekerij een risicoverzwaring en bestemmingswijziging vormt die ertoe zou hebben geleid dat de verzekeraar de verzekering zou hebben beëindigd. Dan gaat het niet alleen om het verhoogde brandrisico, maar om het “overall” risico.[7] Er wordt door rechters als feit van algemene bekendheid aangenomen dat de kans op brandgevaar aanmerkelijk wordt vergroot door een illegale plantage. De aanleg van een hennepkwekerij gaat immers vaak samen met “geknoei met elektriciteit”. Daarbij komt dat in het algemeen wordt aangenomen dat een redelijk handelend verzekeraar niet met drugs gerelateerde activiteiten geassocieerd wenst te worden.[8] Een hennepkwekerij trekt immers een slecht publiek aan in verband met de afname van hennep.[9]

Het komt nog weleens voor dat in de clausule over de bestemmingswijziging of risicowijziging in de polisvoorwaarden staat dat de dekking niet vervalt als de verzekerde niet op de hoogte was of redelijkerwijs kon zijn van de bestemmings-  of risicowijziging. In het geval dat de verzekerde niet wist dat er een hennepkwekerij in zijn pand aanwezig was kan een verzekeraar geen dekking weigeren.[10] Daarom wordt in geval van een bestemmingswijziging door de aanwezigheid van een hennepkwekerij de dekking vaak geweigerd in combinatie met een beroep op een clausule in de polis die de dekking in geval van onwettige teelt, productie of handel van drugs, of van bijvoorbeeld criminele en strafbare feiten uitsluit. In een dergelijk artikel is vaak ook opgenomen dat het er niet toe doet of de verzekerde wist van de criminele activiteiten. In dat geval kan de dekking dus ook worden geweigerd indien de verzekerde niet bekend was met de aanwezigheid van de hennepkwekerij.[11]  

Een verzekerde hoeft bij de melding van de bestemmingswijziging overigens geen mededeling te doen van zijn eigen betrokkenheid bij de aanleg en exploitatie van de hennepkwekerij.[12] Dit zou uiteraard anders kunnen zijn als ook de eigen betrokkenheid bij de hennepkwekerij op basis van de polisvoorwaarden moet worden gemeld. Daarnaast is het ook niet relevant of de hennepkwekerij ten tijde van het schadevoorval nog operationeel was. Als de verzekeraar aannemelijk kan maken dat er eerder een hennepkwekerij aanwezig was en dit niet aan de verzekeraar is gemeld, dan is dat in beginsel voldoende om dekking te weigeren. Verzekerde dient zich gedurende de gehele looptijd van de verzekeringsovereenkomst aan de polisvoorwaarden te houden.[13]

Causaal verband niet vereist

Een causaal verband tussen de bestemmingswijziging en schade is niet vereist als dit vereiste op basis van de verzekeringsvoorwaarden niet wordt gesteld. De enkele bestemmingswijziging en de aannemelijkheid dat de verzekeraar de verzekering niet zou hebben voortgezet indien zij van de bestemmingswijziging op de hoogte was gesteld, zijn voldoende voor een verzekeraar om de dekking te weigeren.[14] Het maakt dus bijvoorbeeld niet uit of de brand is veroorzaakt door de hennepkwekerij of door een andere oorzaak. Het gaat er slechts om of sprake is van een bestemmingswijziging.[15] 

Dat is ook logisch. De verzekeraar zou immers bij juiste nakoming van de meldingsplicht de verzekeringsovereenkomst op dat moment, en dus voor het ontstaan van de schade, hebben beëindigd.[16] 

60-dagentermijn 

Vaak staat in de polisvoorwaarden bepaald dat de bestemmingswijziging binnen 60 dagen na de verandering bij de verzekeraar moet worden gemeld. Soms wordt, na weigering om dekking te verlenen vanwege schending van de meldingsplicht, door de verzekerde de stelling ingenomen dat deze termijn nog niet verstreken was ten tijde van een schadevoorval. De stelplicht en bewijslast van het feit dat verzekerde heeft verzuimd om binnen twee maanden na de risicowijziging daarvan aan de verzekeraar kennis te geven, rusten op de verzekeraar.[17] 

Voor verzekeraars is het daarom goed om te weten dat de stelling opgaat dat de 60-dagentermijn slechts in de polisvoorwaarden is opgenomen om duidelijk te maken dat overschrijding van deze termijn in ieder geval te laat is. Bij de aanwezigheid van een hennepkwekerij gaat het namelijk om een bestemmingswijziging waarvan het voor verzekerde zonder meer duidelijk is dat hij deze wijziging had behoren door te geven en dat deze bestemmingswijziging een relevante verzwaring van het risico inhoudt.[18] 

Slot

Uit de jurisprudentie over dit onderwerp volgt dat verzekeraars er bij de aanwezigheid van hennepkwekerijen goed vanaf komen.

Het feit dat een hennepkwekerij een bestemmingswijziging is, wordt als vaststaand aangenomen. Algemeen uitgangspunt is verder namelijk dat een hennepkwekerij geen acceptabel risico is. Niet alleen het risico op brand- en waterschade wordt vergroot, ook gaat een hennepkwekerij vaak gepaard met criminele activiteiten die voor schade kunnen zorgen.

 

[1] Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592.
[2] Rb. Den Haag 21 januari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:733; Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592.
[3] Hof Arnhem-Leeuwarden 3 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3533; Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388.
[4] Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592.
[5] Hof Den Bosch 8 mei 2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW5362; Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592.
[6] Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388.
[7] Hof Den Haag 19 juni 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1681.
[8] Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592; Hof Arnhem-Leeuwarden 3 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3533; Hof Den Bosch 8 mei 2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW536; Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388; Rb. Den Haag 28 september 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:11709; Rb. Den Haag 21 januari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:733; Rb. Breda 30 mei 2012, ECLI:NL:RBBRE:2012:5249.
[9] Rb. Arnhem 25 januari 2006, ECLI:NL:RBARN:2006:AV7877.
[10] HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:274; Hof Den Haag 29 mei 2007, ECLI:NL:GHSGR:2007:BA6424. Overigens zijn er ook polissen waarin dit vereiste niet wordt gesteld en daarom ook niet geldt: Rb. Breda 30 mei 2012, ECLI:NL:RBBRE:2012:5249.
[11] Rb. Midden-Nederland 15 maart 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1291.
[12] Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592; Hof Den Haag 6 april 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM0330.
[13] Hof Den Bosch 1 oktober 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3592; Rb. Midden-Nederland 15 maart 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1291.
[14] Rb. Midden-Nederland 15 maart 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1291; Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388.
[15] Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388.
[16] Rb. Den Haag 28 september 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:11709.
[17] Hof Den Bosch 8 mei 2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW5362.
[18] Rb. Midden-Nederland 17 mei 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2388.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden