Regels voor Single Use Plastics en verpakkingen per 3 juli 2021

Maart 2021

Plastic afval is een groot internationaal probleem. In 2019 is daarom de Europese Single-Use Richtlijn aangenomen. Deze Richtlijn gaat op 3 juli 2021 in. De Richtlijn gaat over 10 groepen van plastic producten, zoals rietjes, roerstaafjes en voedsel- en drankverpakkingen. Het bevat een verbod om deze producten te verhandelen en heeft daarom gevolgen voor alle partijen die deze producten verkopen of gebruiken: Van de producent tot importeur, maar ook de snackbar op de hoek heeft de Richtlijn gevolgen. Zeker nu de vraag naar afhaaleten groot is door de huidige coronamaatregelen en alternatieven voor bijvoorbeeld bamboeproducten onder een vergrootglas van de NVWA liggen, is het belangrijk hier tijdig bij stil te staan.

Hieronder volgt een kort overzicht van de nieuwe regels en de gevolgen voor bestaande voorraden.

Implementatie van de Europese Single-Use Richtlijn 2019/904
Het doel van de Europese regels is om het gebruik van bepaalde plastic producten te verminderen en het recyclen van plastic verpakkingen te bevorderen. Daarvoor schrijft de Richtlijn een aantal maatregelen voor. Deze zijn overzichtelijk weergegeven op de website van de Rijksoverheid:

  • Vanaf 2021 moeten lidstaten zorgen voor minder gebruik van plastic on-the-go verpakkingen (zoals drinkbekers en voedselcontainers);
  • Vanaf 2021 komt er een verbod op bepaalde plastic wegwerpproducten. Bijvoorbeeld plastic bordjes, plastic bestek, plastic roerstaafjes en rietjes;
  • Vanaf 2021 komt er een voorschrift op hygiëneproducten (zoals vochtige doekjes, tampons en maandverband), tabaksproducten en drinkbekers. Hierop staat bij welk afval dit hoort (hoe weg te gooien). Ook staat er informatie op over de kunststoffen in het product en welk gevolg dit heeft op het milieu;
  • Vanaf 2024 moeten doppen en deksels vastzitten aan plastic flessen en drankverpakkingen. Zo worden ze automatisch ingeleverd voor recycling;
  • Vanaf 2025 moeten PET-flessen voor minstens 25% uit gerecyclede kunststoffen bestaan. In 2030 moet dit minstens 30% zijn;
  • In 2025 moet minimaal 77% van alle plastic drinkflessen tot 3 liter worden ingezameld. In 2029 moet dit minimaal 90% zijn.

De maatregelen gelden voor alle EU-lidstaten, dus ook voor Nederland. Omdat het een Richtlijn is, en geen verordening, moet de regelgeving worden omgezet en geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving. Dat doet de Nederlandse overheid door het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik. Het Ontwerpbesluit is een nieuwe algemene maatregel van bestuur (AMvB). Deze AMvB zal nadere invulling geven aan artikel 9.5.2 van de Wet milieubeheer. Daarnaast zal de AMvB tevens wijzigingen aanbrengen in het Besluit beheer verpakkingen 2014. Een deel van deze nieuwe wetgeving gaat in op 3 juli 2021.

Handelsverbod plastic producten
Artikel 5 van de Richtlijn gebiedt Nederland om te verbieden dat de betreffende kunststofproducten voor eenmalig gebruik en producten vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen in de handel worden gebracht. Dit verbod zal worden neergelegd in artikel 2 van het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik en luidt:

“Het is verboden producten vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen en de volgende kunststofproducten voor eenmalig gebruik in Nederland in de handel te brengen: […]”.

Voor een aantal andere producten zal een vergelijkbaar verbod gelden in het Besluit beheer verpakkingen.

Het begrip ‘in de handel’ brengen is onderstreept, omdat dit van belang is voor het begrijpen van de precieze reikwijdte van het verbod. ‘In de handel brengen’ betekent: “het voor het eerst op de markt aanbieden van een product”. Daarbij is het ‘op de markt aanbieden’ weer gedefinieerd als “in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik”. Eenzelfde definitie geldt voor het verbod dat in het Besluit beheer verpakkingen wordt opgenomen.

Bestaande voorraden
Het vloeit uit het systeem van de verbodsbepaling voort dat alleen het eerste verstrekken, in de handel brengen, op de markt aan de verbodsregel onderworpen is. Met andere woorden, als een product al in de handel is gebracht, dan valt het niet onder deze verbodsbepaling. Dit is ook in de parlementaire stukken bevestigd. Het hangt dan vervolgens enigszins af van de productie- en verkoopwijze van bedrijven of zij hun ‘bestaande voorraden’ kunnen verstrekken. Een voorbeeld: als een bedrijf een product zelf importeert en het staat niet-ingeklaard in een douanepakhuis, dan valt het onder het verbod omdat het dan na de ingangsdatum voor het eerst door het bedrijf in de handel wordt gebracht. Heeft het bedrijf echter nog een partij producten in voorraad staan die al voor de inwerkingtredingsdatum aan haar is geleverd, dan is geen sprake van voor het eerst op de markt aanbieden van een product. Het product is er immers al, dus kan het worden verstrekt.

Etiketteringsgebod plastic verpakkingen
Zoals gezegd zal het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik ook wijzigingen aanbrengen in het Besluit beheer verpakkingen. Voor o.a. drinkbekers geldt dat artikel 7 van de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat deze producten op het product zelf worden voorzien van een opvallende, duidelijk leesbare en onuitwisbare markering met informatie voor de consument over een aantal zaken. De precieze regels zijn vastgesteld in de Europese Uitvoeringsverordening 2020/2151 van de Commissie van 17 december 2020 tot vaststelling van regels inzake geharmoniseerde markeringsspecificaties voor kunststofproducten voor eenmalig gebruik […] (PbEU 2020, L 428) (Uitvoeringsverordening). Deze markeringsvoorschriften voor drinkbekers zullen worden geïmplementeerd in artikel 15e van het Besluit beheer verpakkingen dat zal luiden:

“De producent of importeur van kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik voorziet die drinkbekers van markeringen waarmee opvallende, duidelijk leesbare en onuitwisbare informatie wordt verstrekt over: a. passende en niet passende manieren om zich van deze drinkbekers te ontdoen, in overeenstemming met de afvalhiërarchie; b. de aanwezigheid van kunststoffen in deze drinkbekers en de negatieve effecten op het milieu van zwerfafval of andere ongepaste manieren om zich van die drinkbekers te ontdoen.”

Belangrijk is om goed voor ogen te houden voor wie deze norm geldt. Dat is de producent of importeur. Maar dat is een ander begrip dan in gewoon spraakgebruik. Het begrip wordt gedefinieerd als:

“producent of importeur: degene die: 1°. stoffen, preparaten of andere producten in een verpakking in de handel brengt; 2°. beroepsmatig stoffen, preparaten of andere producten in een verpakking invoert en zich van de verpakking ontdoet; 3°. beroepsmatig een ander opdracht geeft de verpakking van stoffen, preparaten of andere producten te voorzien van zijn naam, logo of merkteken; 4°. een verpakking in de handel brengt die is bestemd om bij het aan de gebruiker ter beschikking stellen van stoffen, preparaten of andere producten daaraan te worden toegevoegd;”

Een bedrijf zal dus moeten bezien of zij wel of niet onder deze definitie valt. Ten overvloede: de definitie van producent en importeur is ook een andere dan in het Ontwerpbesluit.

Bestaande voorraden
Indien een bedrijf valt onder de definitie van producent of importeur, dan zal het in beginsel vanaf 3 juli 2021 moeten voldoen aan de norm zoals omschreven in paragraaf 3.2. Op grond van Bijlage IV van de hiervoor genoemde Uitvoeringsverordening mag de markering op de verpakking van drinkbekers die vóór 4 juli 2022 in de handel zijn gebracht, door middel van stickers worden aangebracht.

Sancties en risico’s
Ervan uitgaande dat het Ontwerpbesluit daadwerkelijk op 3 juli 2021 in werking treedt, dan lijkt het op basis van de toelichting van het Ontwerpbesluit erop dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal worden belast met zowel het toezicht op de naleving als de handhaving van beide besluiten. Daartoe kunnen zij gebruik maken van alle bestuursrechtelijke bevoegdheden. Denk hierbij aan inspecties, monstername, informatievorderingen, maar ook het mogelijk in beslagnemen van goederen die niet aan de regels voldoen.

Hoewel een en ander nog niet geheel duidelijk is, lijkt verder te worden gekozen voor strafrechtelijke handhaving via de Wet op de economische delicten i.p.v. een bestuursrechtelijke handhaving. Dat zou dan inhouden dat een overtreding van deze regels zal worden gezien als een economisch delict, waarbij in de toelichting is omschreven dat de maximale straf zal zijn: hechtenis van zes maanden of een taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Voor zover deze delicten opzettelijk zijn gedaan (inclusief zogenoemd voorwaardelijk opzet (=risico-aanvaarding)), zijn het misdrijven. Misdrijven kunnen bestraft worden met een gevangenisstraf van 2 jaren of een taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Dan moet je denken aan een maximumbedrag van maximaal EUR 21.750 voor natuurlijke personen en EUR 87.000 voor rechtspersonen.

De ervaring leert dat bij de invoering van nieuwe regels de overheden eerst zullen werken met waarschuwingen.

Meer weten?
Wilt u meer weten over hoe de implementatie van de Europese Single-Use Richtlijn gaat uitwerken voor uw bedrijf? Neem dan contact op met Silvia Gawronski, associate partner Voedsel en Waren bij Van Traa Advocaten.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden